Door een overmaat aan vrije tijd, een hang naar nostalgie, verzameldrift en een verslaving aan surfen op internet ben ik aan een familiearchief begonnen. Dat levert na flink wat arbeid veel kennis op over het reilen en zeilen van mijn voorouders. Eigenlijk is het wat vreemd dat ik de eerste en enige in de hele familie-geschiedenis ben die aan zo’n overzicht begonnen is. Ik ben - op de fotoalbums en een verjaardagskaart van mijn opa Verhoef na - niets tegengekomen dat van inzet getuigt om ook eens wat meer van de familiegeschiedenis te willen weten. Maar ook vandaag de dag is er binnen mijn familie nog amper enige interesse voor. Zo heeft bijv. mijn zus Jet mijn werk nog nooit een blik waardig gegund. Het begon allemaal met dat ik alle fotoalbums die ik uit erfenissen in bezit had inscande en rubriceerde; dit vanuit een soort behoefte om deze kostbaarheden voor de toekomst te behouden en om ze te delen. Daartoe heb ik al deze gescande foto’s op een DVD gezet en uitgedeeld aan alle leden van mijn familie. Een volgende fase trad in toen ik, als verzamelaar van computerprogramma’s, op het genealogische programma Aldfaer stuitte. Ik spreek dan over de begintijd van de PC (plm 1996), waarin er een booming markt van eindeloos veel nieuwe computerprogramma’s was. Het internet en daarmee het downloade’n bestond toen nog niet. Maar wel was er een levendige vaak illegale handel in deze software - eerst op floppy disks en daarna op CD’s . Zo dus in Aldfaer een eerste beginnetje gemaakt van een stamboom. Daarin liep ik heel snel vast. Pas jaren later toen ik op een verjaardagslijst van mijn opa stuitte pakte ik dit weer iets op. Maar wie al die namen precies waren was me een raadsel. Met de internet-applicatie MyHeritage - in 2006 - en het beschikbaar komen van gegevens van de burgerlijke stand op internet begon pas werkelijk mijn genealogische ontdekkingsreis. Plots begon de geschiedenis te leven. Want van het één komt het ander: van de gegevens uit de burgerlijke standen tot de vraag naar hoe het leven er toen uit zag. Met al mijn naspeuringen naar mijn voorouders kom ik echter niet verder terug in de geschiedenis dan vanaf plm. het jaar 1570. Dit komt doordat er in de vastlegging van familiegeschiedenissen er 2 belangrijke momenten zijn nl.: dat kerken doopboeken gaan gebruiken en pas veel later dat ambtelijke overheden gegevens over de burgers gaan noteren in Burgerlijke Standen en Bevolkings onderzoeken. In de wikipedia staat: Het Concilie van Trente in 1573 en later in 1578 in de Synode van Dordrecht verplichtte de parochiepriesters om doop- en huwelijksregisters bij te houden. Ook de protestantse kerken zijn toen hiertoe overgegaan. Later werden ook overlijdens- en begrafenisregisters gemaakt. Het oudste doopboek van Nederland begint in 1564 (Amsterdam), het oudste trouwregister dateert uit 1542 (Deventer). Uit de doopboeken blijkt dat mijn eerst traceerbare voorouders: Jasper Pleunen Verhouff (1592-1649) en zijn vrouw Jannetgen Hendrixdochter uit Valkenburg nabij Katwijk boven Den Haag stammen. Vijf generaties lang blijven voorouders van mij dan in Valkenburg wonen. Een zekere Joost Verhoef verhuist met zijn ouders in 1745 eerst naar Voorschoten (waar zijn moeder geboren is) en snel daarna naar Den Haag. Vanaf die tijd is mijn familie “Haags”.
Mijn voorouders Verhoef, in rechte mannelijke lijn (de vader van de vader ...) Generatie 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
Officiële voornamen Frederik Gregor Frederik Geert Ferderik George Jr. Ferderik George Sr. Wilhelmus Cornelis Joost Cornelis Jansse Jan Maartenszoon Maarten Jacobse Jacob Jasperszoon Jasper Pleunen Pleun
Roepnaam Freek Rik Frits Frits
geboren op
geboren te
overleden op
30-10-1947 26-10-1910 29-05-1875 31-07-1833 15-01-1782 doop 04-11-1731 doop 01-12-1709 doop 25-02-1683 omstreeks 1646 omstreeks 1610 omstreeks 1592
Den Haag Den Haag Den Haag Den Haag Den Haag Valkenburg Valkenburg Valkenburg Valkenburg Valkenburg Valkenburg
13-01-2015 (67) 11-01-1975 (64) 11-02-1962 (86) 26-11-1917 (84) 10-10-1858 (76) 13-08-1788 (57) ? 26-01-1748 (65) ? 1649 (plm. 39) 1649 (plm 57)
Het dorp Valkenburg Valkenburg was een klein dorp dat in de 17e eeuw een vrije heerlijkheid was. In het belastingregister hoofdgeld van 1623 staan onder Valkenburg 502 inwoners vermeld. Uit de brandkeur van 30 april 1690 blijkt het dorp te bestaan uit ongeveer 66 huizen, 2 pannenbakkerijen, een steenbakkerij, een kerk en een school.. Valkenburg was niet alleen bekend van z'n pannen- en steenbakkerijen, die ook duidelijk zichtbaar zijn op het kaartje hiernaast, maar ook van de in die tijd beroemde paardenmarkt. Gestelt mag worden dat deze genealogische stamboom redelijk met officiële documenten onderbouwd is. Juist ook omdat er best wel veel historische materiaal uit Valkenburg bekend is. Zo heeft een zekere Jan Portengen (zie zijn site: https://sites.google.com/site/ uithangbordvanjanportengen/home ) veel werk gemaakt van de geschiedenis van Valkenburg in de vorm van enkele prachtige boeken. In zijn boeken komen de volgende Verhoef’en voor:
Tijd
bron
rond 1800
aard betrokkene
voorval
het gerechtelijk Geding-boek Jasper Verhoef
eigenaar pannenbakkerij
geding om oktrooirecht
30-04-1690
lijst met brandweergereedschap
Jacob Verhoeff
eigenaar pannenbakkerij
vermelding
1779
verklaring
Jacobus Verhoef
30-04-1690 lijst brandweergereedschap
naam
eigenaar pannenbakkerij tevens eigenaar van een verklaring vrachtschuit opslag van branweer weduwe van Jasper Verhoef vermelding materiaal koopt een huis voor 525 Jacobus Verhoef gulden. En verkoopt dat snel vermelding weer.
februari 1786
kadaster nr. 117
1788
kadaster nr. 120. Jacobus Verhoeff (op blz. 35 Eigenaar naast gelegen pand vermelding Verpondingsnummers 23/19 heet hij Jacobus Verhoef) (ten oosten)
25-08-1795 kadaster nr. 120.
Jacobus Verhoef
21-01-1796 kadaster nr. 120.
Jacobus Verhoef
koopt huis ten Noorden van vermelding Dorpsweg voor 300,- gulden eigenaar huis ten zuiden van vermelding perceel 120
1823
kadaster 128. verpondingsnummers 16/11
Cornelis Verhoef
eigenaar huis ten noorden
1747
kadaster 129. Verpondingsnummers 15/10
Jan Maartens Verhoef en Cornelis Hendriks Verhoef (uit Zwammerdam)
verkoper (ex-eigenaar) van dit huis. Verponding door
1799
kadaster 129. Jan Verhoef (uit Katwijk) en kopers van dit huis voor 200,Verpondingsnummers 15/10 Cornelis Verhoef (uit Alphen) gulden
boek en bladzij Zicht op Oud Valkenburg blz 179 Zicht op Oud Valkenburg blz 97 Zicht op Oud Valkenburg blz 179 Zicht op Oud Valkenburg blz 97 Huizen & mensen van Valkenburg blz. 28 Huizen & mensen van Valkenburg blz. 32 alsook op blz. 35 Huizen & mensen van Valkenburg blz. 35 Huizen & mensen van Valkenburg blz. 35 Huizen & mensen van Valkenburg blz. 38
Dit huis heeft gediend in 1939 als kerk en Huizen & mensen van daarvoor als “zaaltje de Valkenburg blz. 38 Vries”.
Over de periode 1631 - 1731 heb ik de volgende akten teruggevonden, die als volgt kunnen worden toegewezen aan de betreffende percelen: Perceel 315 - 21 maart 1631: Jasper Pleunen Verhouff verkoopt aan Arent Jansz. Pauw, biersteker te Valkenburg "seekere partije ofte gedeelte lants van een uijterdijck gelegen in Valckenburgh benoorden Joost Locquet ende dat so groot en cleijn als ´t selve jegenwoordich affgeslotet is ende tusschen zijne naervolgende belendenen gelegen leijt, belent ende belegen hebbende ten suijden Jan Cornelisz. mit een gedeelte der voors: uijterdijk, ten noorden Adriaen Maertensz. mit een gemeene scheijsloot, streckende voor van den Rijndijc aff oostwaerts op tot in den Rijn toe". (NA, RA Valkenburg nr. 4) Perceel 317 deel B - juni 1638: Willem Cornelisz. Keth verkoopt aan Jasper Pleunen Verhoeff een huis met erf bestaande uit verschillende woonplaatsen, en een paar stukken warmoesland binnen de heerlijkheid van Valkenburg, grenzende ten westen aan de Hogerijndijk, ten noorden aan Joost Loquet, ten oosten de Rijn en ten zuiden Gijsbrecht de Milde in plaats van Dammes Maertensz.. (NA, RA Valkenburg nr. 5, folio 35 e.v.) Perceel 317 - 4 december 1668: Verkoop van de pannenbakkerij van jonge Jacob Wollebrantsz. Verhagen aan Jasper Jacobsz. Verhouff omschreven als: "pan ende extrick-backerije met de huijsinge ende erve ende 't gene verders daer op getimmert ende gemaect staet, staende ende gelegen even buijten de dorpe van Valckenburch belent in't geheel ten oosten den Rijn, ten suijden Jan Meessen van Egmont, ten westen den Hogenrijndijck ende ten noorden Jasper Jacobse Verbaen". (NA, RA Valkenburg, inv.nr. 33) Perceel 317 - 18 mei 1669: Transportakte van de verkoop van de pannenbakkerij van jonge Jacob Wollebrantsz. Verhagen aan Jasper Jacobsz. Verhouff, beschreven als: "een ruijme starcken huijsinge, met een extrick werck, ende een beijname oven om pannen ende extricken te backen geteijckent geweest sijnde 't volgens partije mette letter B, belent ten noord-oosten den Rijn, ten suijd-oosten het volgens partije geteijckent geweest sijnde met de letter C. ten suijd-westen den Hogenrijndijck ende ten noordwesten 't partije geteijckent geweest sijnde met de letter A waer opgetimmert staet een woonhuijsinge, met een extrick werc, ende een oven, om blaeuwe panne ende extricken te backen, welc mede ter voors. tijde bijde vercoopers aen de coper es vercoft. Doch alsoo 't selve partije te leen gehouden wert van de wel ed: heere van Schagen, zoo es het selve voorden gemelte heere op den voors. coper vercoft. Ende noch een partije geteijckent geweest sijnde met de letter C, waer op gemaect staet, een pannewerc braeckhuijs ende vlasoven. Belent ten noort-oosten den Rijn, ten suijd-oosten Jan Meessen van Egmont ten zuijd-westen den Hogenrijndijck, ende ten noord-westen het voorss. partije geteijckent mette letter B. Ende dat met de belastinge van een versuijmelicken erffpacht van veertien gulden s'jaers, aencomende de erffgenamen van Gijsbrecht de Milde, verschijnend jaerlicx den eersten meij, staende de voorss. erffpacht alleen op het voorss. laeste partije C". (NA, RA Valkenburg nr. 10, folio 167 - 168 verso) Perceel 316 - 27 mei 1671: Jasper Jacobsz. Verbaen verkoopt aan Maertge Jacobsdr. van der Does "twee huijsen ende erven, staende naest den anderen even buijten den dorpe van Valckenburgh ende uijtgaende met een padt aen den Hoogenrijndijk, belendt ten noordoosten den Rhijn, ten zuijdoosten Jasper Jacobse Verhoeff, ten zuijdwesten Pieter Dammisse van der Hut met sekere thuijn op suijden, ten noordoosten de wed: van Mr. Joris Verschooten". (NA, RA Valkenburg nr. 11, folio 4 e.v.) Perceel 319 - 10 april 1682: De erfgenamen van Jannetje Willems Sonnevelt verkopen aan Jasper Verhoeff "een woninge als huijs, bargh, schuer, bogaert met het erve van dien, mitsgaders potinge en plantinge daer op staende, staende en gelegen aan den Hoogenrijndijk in de vrije heerlijckheijt van Valckenburgh, belent en belegen hebbende ten zuijden de nasaten van Jan Cornelisz. Elsthuijn, ten westen den Hoogenrijndijk, ten noorden Jan Jacobsz. van Egmont ende ten oosten den Rijn". De oude "waerbrieff" is van 6 januari 1650. (NA, RA Valkenburg nr. 13, folio 3 e.v.) Perceel 317 - 3 april 1710: "Johannis Willemsz. Breeklant, als speciale last en procuratie hebbende van Trijntje Dircks Lelivelt, wed: van Jasper Jacobs Verhoeff, dewelke bekende in´t openbaar volgens seekere beschreven conditiën en voorwaerden in dato den 13e feb: 1710 verkogt te hebben ende in die voors: qualiteijt wel ende wettelijk op te dragen ende te transporteeren gelijk hij opdraagt ende transporteert bij desen aan ende ten behoeve van Pieter Willems Borsboom, Cornelis van Es, Zent Lelivelt en Daniel Vergunst, een wel gelegen pannebackerije met sijn estrick en tiggelwerken panhuijs, roode en blaauwen oven, mitsgaders woonhuijs ende erve met alle´t gene daer aen aert ende nagelvast is, staende ende gelegen in de vrije heerlijkheijt van Valckenburgh, belent ten noortoosten den Rijn, ten suijden Jacob van Egmont, ten westen den Rijndijk ende ten noorden Pieter Verhoeff, sijnde het voors: verkogte belast met een erfpagt van veertien gulden jaarlijx, aankomende de erfgenamen van Gijsbregt de Milde ofte haren successeurs, verschijnende jaarlijks den 1e meij als mede dat het partije daer den blaauwen oven op staat te leen gehouden wert van den Wel Ed. Heer van Schagen, welk leen de koopers tot haren kosten sullen moeten laten verheffen". (NA, RA Valkenburg nr. 14, folio 38 e.v.)
Perceel 317 deel B - juni 1638: Willem Cornelisz. Keth verkoopt aan Jasper Pleunen Verhoeff een huis met erf bestaande uit verschillende woonplaatsen, en een paar stukken warmoesland binnen de heerlijkheid van Valkenburg,
Perceel 315 - 21 maart 1631: Jasper Pleunen Verhouff verkoopt aan Arent Jansz. Pauw, biersteker te Valkenburg "seekere partije ofte gedeelte lants van een uijterdijck gelegen in Valckenburgh benoorden Joost Locquet ende dat so groot en cleijn als ´t selve jegenwoordich affgeslotet is ende tusschen zijne naervolgende belendenen gelegen leijt, (NA, RA Valkenburg nr. 4)
Perceel 319 - 10 april 1682: De erfgenamen van Jannetje Willems Sonnevelt verkopen aan Jasper Verhoeff "een woninge als huijs, bargh, schuer, bogaert met het erve van dien, mitsgaders potinge en plantinge daer op staende, staende en gelegen aan den Hoogenrijndijk in de vrije heerlijckheijt van Valckenburgh, belent en belegen hebbende ten zuijden de nasaten van Jan Cornelisz. Elsthuijn, ten westen den Hoogenrijndijk, ten noorden Jan Jacobsz. van Egmont ende ten oosten den Rijn". De oude "waerbrieff" is van 6 januari 1650.
(NA, RA Valkenburg nr. 5, folio 35 e.v.) Hogenrijndijk
P. van Bilderbeeck, 1627
2 steenovens
tasveld
wordt in 1668/1669 eigendom van Jacob Jaspersz. Verhouff NO
Z
Gedeelte van de pre-kadastrale kaart van Valkenburg, Johannes Dou, 1666 (kopie van Cornelis de Graat, 1758)
(NA, RA Valkenburg nr. 13, folio 3 e.v.)
Kadasterkaart van Valkenburg, 1832
Perceel 317 - 3 april 1710: "Johannis Willemsz. Breeklant, als speciale last en procuratie hebbende van Trijntje Dircks Lelivelt, wed: van Jasper Jacobs Verhoeff, dewelke bekende in´t openbaar volgens seekere beschreven conditiën en voorwaerden in dato den 13e feb: 1710 verkogt te hebben ende in die voors: qualiteijt wel ende wettelijk op te dragen ende te transporteeren gelijk hij opdraagt ende transporteert bij desen aan ende ten behoeve van Pieter Willems Borsboom, Cornelis van Es, Zent Lelivelt en Daniel Vergunst, een wel gelegen pannebackerije met sijn estrick en tiggelwerken panhuijs, roode en blaauwen oven, mitsgaders woonhuijs ende erve met alle´t gene daer aen aert ende nagelvast is, staende ende gelegen in de vrije heerlijkheijt van Valckenburgh, belent ten noortoosten den Rijn, ten suijden Jacob van Egmont, ten westen den Rijndijk ende ten noorden Pieter Verhoeff, sijnde het voors: verkogte belast met een erfpagt van veertien gulden jaarlijx, aankomende de erfgenamen van Gijsbregt de Milde ofte haren successeurs, verschijnende jaarlijks den 1e meij als mede dat het partije daer den blaauwen oven op staat te leen gehouden wert van den Wel Ed. Heer van Schagen, welk leen de koopers tot haren kosten sullen moeten laten verheffen". (NA, RA Valkenburg nr. 14, folio 38 e.v.)
http://members.chello.nl/e.verhagen14/2.%20Jacob%20Wollebrantsz.%20Verhagen%20%28FP%29.htm
Door het tweede huwelijk met Grietgen Jans werd jonge Jacob Wollebrantsz. niet alleen eigenaar van de pannen- en estrikbakkerij van Jacob Jaspersz. van der Hoef (ook wel Verhouff genoemd), de eerste man van Grietgen, maar ook van een onderliggende schuldbrief van 869 gulden. Deze schuldbrief dateert van 24 maart 1649 en betreft een lening van Meijnsgen Dircxdr. van Proijen, wed. van Cornelis Pietersz. tegen een rente van 5% per jaar. Als onderpand staat een huis met twee erven opgenomen, waarop later, waarschijnlijk met het geld uit de lening, de pannenbakkerij is opgezet. Op 3 april 1663 wordt jonge Jacob door de erfgenamen van Meijnsgen Dircxdr. voor de rechtbank gedaagd om de openstaande schuld van een achterstand in de aflossing te erkennen en deze alsnog te betalen.
Op 23 mei 1665 wordt een nieuwe dagvaarding tegen jonge Jacob Wollebrantsz. uitgeschreven, waarbij hij zich nogmaals voor de rechtbank moet verantwoorden voor de achterstand in de aflossing van de rente van 43 gulden negen stuivers per jaar. De eisende partij wordt nu omschreven als "de voochden over de minderjarige kinderen ende erffgenaemen van zaliger Jan Craen". De afbetaling is inmiddels opgelopen tot een periode van 3 jaar en dus een bedrag van ongeveer 130 gulden. De bode wordt verzocht de dagvaarding bij jonge Jacob Wollebrantsz. af te geven. Jonge Jacob blijkt niet thuis te zijn en de dagvaarding wordt door Grietgen Jans in ontvangst genomen. Onderaan het afschrift van de dagvaarding in het register schrijft de bode Jan Simonsz. nog: "Op den 25en meij 1665 heb ick ondergeschreven de sijtazij gedaen aen de vrou van Jacob Wollebrantsz. Verhagen en gaf tot antwoort, mijn man die sal daer wel na kijcken". Met "sijtazij"wordt bedoeld visitatie, ofwel bezoek.
Handtekening van jonge Jacob Wollebrantsz. Verhagen onder de dagvaarding van 23 mei 1665 Op 13 oktober 1665 vindt de uitspraak plaats. Jonge Jacob had de rechtbank verzocht om uitstel van betaling tot februari van het volgend jaar, zodat hij het betreffende onderpand intussen kon verkopen, voor de aflossing van de schuld. Het voorstel van jonge Jacob werd aanvaard. Op 24 juni 1667 mag jonge Jacob wederom voor de rechtbank verschijnen, omdat hij inmiddels vijf jaar afbetaling van de rente achterloopt. Jonge Jacob erkent de schuld en vraagt om een aflossingsregeling, waarbij hij de schuld wil afbetalen in vier termijnen van drie maanden. Het gaat inmiddels om een bedrag van 270 gulden en vijf stuivers. Op 27 september doet de rechtbank uitspraak en besluit dat jonge Jacob deze achterstand moet aflossen in drie maal vier maanden, waarbij telkens een kwart (?) van de schuld moet worden afbetaald. Jonge Jacob heeft de uiteindelijke aflossing zelf niet meer mogen meemaken. Hij overlijdt eind 1667 begin 1668 en op 10 april 1668 wordt de pannenbakkerij voor een bedrag van 2139 gulden verkocht aan zijn stiefzoon, Jasper Jacobsz. Verhouff. Op 4 december 1668 wordt dit bedrag in het register toegewezen aan de nog resterende schuldeisers van jonge Jacob en Grietgen Jans. en wordt op dezelfde dag nog onder de bovenstaande acte van 24 maart 1649 geschreven dat de schuld is afgelost. Op 19 januari 1666 gaat een nieuwe dagvaarding de deur uit en moet jonge Jacob Wollebrantsz. verantwoording afleggen over een achterstallige aflossing van een schuld van 175 gulden, die hij nog heeft openstaan in verband met de aankoop van 100 roeden "pan off estrick aerde" van Sr. Havick Jansz. Steen. In het vonnis van 16 februari 1666 wordt vervolgens een betalingsregeling afgesproken, waarvoor de stiefzoon van jonge Jacob, Jasper Jacobsz. Verhouff zich borg stelt. Op 16 november 1666 wordt dan alsnog bij notaris Arend Raven te Leiden een verkoopakte opgesteld, waarin tevens wordt gesteld dat de koopsom van 160 gulden moet worden afbetaald in drie termijnen van telkens een half jaar tegen een jaarrente van 5%. De panaarde, die jonge Jacob gebruikt voor zijn pannenbakkerij, komt van een stuk grond in Valkenburg van het St. Catharijnen Gasthuis te Leiden. Jonge Jacob moet er voor zorgen dat het afgegraven land weer tot op de oorspronkelijk hoogte wordt opgehoogd met "goet wassenaers sant". De uiteindelijke afbetaling vindt plaats op 29 oktober 1667 (zie verderop). Op 8 maart 1667 volgt de volgende dagvaarding en vindt tevens het vonnis plaats. Jonge Jacob Wollebrantsz. blijkt nog voor 107 gulden en 5 stuivers in het krijt te staan bij Matheus Stricktenhuijse, brouwer in de brouwerij "de Hoop", voor het volgens het register geleverde bier. Op dezelfde dag (8 maart 1667) wordt meteen nog een andere zaak in behandeling genomen. Jonge Jacob heeft ook nog een schuld van 134 gulden en 17 stuivers openstaan bij de erfgenamen van de heer Cornelis Simonsz. Hasius voor de levering van kalk en steen. Op 27 september 1667 staat jonge Jacob weer voor de rechtbank voor een schuld van 9 gulden bij Henrick Fransz. Binnendijck voor het huren van een stuk land. Als blijkt dat de partijen niet tot een schikking kunnen komen gaan de
schepenen in beraad en concluderen dat jonge Jacob nog een bedrag van 7 gulden en 10 stuivers moet betalen. Op 29 oktober 1667 verkoopt jonge Jacob een partij van ongeveer 1000 planken van de pannenbakkerij aan zijn stiefzoon Jasper Jacobsz. Verhouff voor een bedrag van 350 gulden. Als borg in de lening van jonge Jacob aan Havic Steen (zie boven) heeft Jasper reeds 290 gulden betaald voor de aflossing van de nog openstaande schuld. Voor de verdere afbetaling wordt nog eens een bedrag van 106 gulden achter gehouden. De restsom van 15 gulden krijgt jonge Jacob contant uitbetaald.
De pannenbakkerij Op 10 april 1668 autoriseren schout en schepenen van Valkenburg ("op het versouck bijde wedue van Jacob Wollebrantsz. Verhage aen ons gedaen") de secretaris Johan van Campen om "op te dragen ende te transporteren aen Jasper Jacobsz. Verhouff zeeckere panne- ende tichgelbackerije mette huijsingen ende erve daer op deselve getimmert ende gemaect staen, gelegen in dese heerlijcheijt tusschen de Rijn ende Hogenrijndijck, 't welck den voors. Verhage aen de voors. Jasper Jacobse Verhouff openbaerlic om de somme van tweeduijsent eenhondert negenendertich gulden heeft vercoft gehadt". Op 18 mei 1669 vindt de overdracht daadwerkelijk plaats voor schout en schepenen en wordt Jacob Jaspersz. Verhouff de nieuwe eigenaar van:
"een ruijme starcken huijsinge, met een extrick werck, ende een beijname oven om pannen ende extricken te backen geteijckent geweest sijnde 't volgens partije mette letter B, belent ten noord-oosten den Rijn, ten suijdoosten het volgens partije geteijckent geweest sijnde met de letter C. ten suijd-westen den Hogenrijndijck ende ten noord-westen 't partije geteijckent geweest sijnde met de letter A waer opgetimmert staet een woonhuijsinge, met een extrickwerc, ende een oven, om blaeuwe panne ende extricken te backen, welc mede ter voors. tijde bijde vercoopers aen de coper es vercoft. Doch alsoo 't selve partije te leen gehouden wert van de wel edele heere van Schagen, zoo es het selve voorden gemelte heere op den voors. coper vercoft. Ende noch een partije geteijckent geweest sijnde met de letter C, waer op gemaect staet, een pannewerc braeckhuijs ende vlasoven. Belent ten noort-oosten den Rijn, ten suijd-oosten Jan Meessen van Egmont ten zuijd-westen den Hogenrijndijck, ende ten noord-westen het voors. partije geteijckent mette letter B. Ende dat met de belastinge van een versuijmelicken erffpacht van veertien gulden s'jaers, aencomende de erffgenamen van Gijsbrecht de Milde, verschijnend jaerlicx den eersten meij, staende de voorss. erffpacht alleen op het voorss. laeste partije C".
Na gedetailleerd onderzoek van alle transacties van de percelen in de uiterwaarden ten noordwesten van Valkenburg in de periode 1631-1731 kon ik precies achterhalen waar zich de pannenbakkerij bevond en waar jonge Jacob en zijn vrouw gewoond hebben. Op een drietal kaartjes hieronder is goed te zien hoe dit gebied in Valkenburg was ingedeeld en zich ontwikkelde. Op het middelste kaartje uit 1666 zien we perceel nummer 317, dat in eigendom was van jonge Jacob Wollebrantsz. en Grietgen Jans. Dit perceel blijkt volgens de transportakten opgebouwd uit drie aparte delen, waarop zowel de pannenbakkerij stond als het woonhuis. Op het bovenste kaartje uit 1627 zien we nog een waterscheiding in perceel 317 en dat de percelen 315 en 316 nog één geheel vormen. Ook de indeling van de percelen 318 t/m 320 is in die periode veranderd. Perceel 321 is twee eeuwen lang als steen-/pannenbakkerij vrijwel ongewijzigd gebleven. Op het kaartje uit 1627 zien we aan de andere kant van de Hogenrijndijk duidelijk twee steenovens en het bijbehorende tasveld liggen. Links op hetzelfde kaartje zien we nog twee ronde kalkovens, die eveneens twee eeuwen later nog zichtbaar zijn.
tijd
kavel
eigenaar
18 mei 1669 voor
Perceel 317 (B)
jonge Jacob Wollebrantsz. Verhagen
18 mei 1669 na
Perceel 317 (B)
Jasper Jacobsz. Verhouff
18 mei 1669
Perceel 317 ten ZO heet C
18 mei 1669
Perceel 317 ten NW heet A
Onderzoek naar voorouders van Josephus (Joost) Verhoef 1731-1788) 1) Eerst over Joost Verhoef Zoekakties van Ben Peijsel zie: http://www.stamboomforum.nl/familienamen/2/17373/0
Dit is fout. Dit verwijst naar de districtklapper van Voorschoten. Dit vindt je in de - goede - districtklapper van Valkenburg. En hier de vermelding van de doop in Valkenburg
Dit is fout. Moet zijn “Oude Molstraat”. De “Molenstraat” is trouwens een zijstraat.
2) Nu over zijn vader Cornelis Jansse Verhoef (1709-????) Uit de welliswaar foutieve verwijzing van Bert (zie blz 1) blijkt dat hij met zijn gezin in 1742 van Valkenburg naar Voorschoten is verhuist. Blijkbaar is hij daar bekent onder Verhoeft. Dit geeft dus nieuwe zoekmogelijkheden:
Hij heeft daar dus blijkbaar nog maar liefst 7 of 8 extra kinderen gemaakt met Maria Janse Roosenburgh. Weet dat zij geboren is in Voorschoten.
anna? vlgs alf.lijst Cornelius
1 2
vlgs alf.lijst Job
3
vlgs alf.lijst (onleesbaar)
4 5 6 7
Uit de districtklapper (1736-1755) district XI (mogelijk Voorschoten)
1 2 3
6
7 4 5
En let op deze lijkt Verhoeff te heten. Maar dat is fout (zie scan uit doopboek, waar weldegelijk Verhoeft staat).
Vreemde zaak dat de voornamen van 1, 2, 3 op deze lijst niet juist zijn.
dit komt van: http://www.gahetna.nl/collectie/archief/inventaris/ gahetnascan/zoekterm/dtb%20voorschoten/aantal/20/ eadid/3.04.16.151/node/c01%3A0.c02%3A1.c03%3A1/level/ file/scans-inventarispagina/5/scan-index/84/foto/NLHaNA_3.04.16.151_12_0084/fotouuid/eeb01a17-2c84-4b0d9762-c436f97691c8 en dit zijn alfabetische lijsten gemaakt uit de katholieke doopboeken van Voorschoten uit die tijd. Wat een raar gedoe trouwens. zowel deze lijsten als dan ook die districtlijsten met echter goede verwijzing naar de doopboeken
Nu dus naar de doopboeken als voorbeeld: 2) Joannes Verhoeft (doop 31-07-1744)
voor alle andere scans uit het doopboek van de RK-kerk uit Voorschoten zie mijn MyHeritage-stamboom.
http://www.genealogy-vdgeer.nl/geernwvrkallen.htm#noot_440_b 378) Cornelis Verhoef ook genaamd Verhoeff. Cornelis is geboren rond 1715, is overleden rond 1804 te Nieuwveen. Cornelis is voogd op woensdag 3 augustus 1757 te Nieuwveen. Cornelis is voogd op vrijdag 15 februari 1760 te Nieuwveen. Cornelis is doopgetuige van Theodorus Weezelenburg op zondag 23 augustus 1761 te Rijnsaterwoude. Cornelis wordt vermeld op maandag 31 oktober 1763 te Nieuwveen als echtgenoot. Cornelis wordt vermeld op maandag 31 oktober 1763 te Nieuwveen als verkoper. Cornelis is voogd op maandag 31 oktober 1763 te Nieuwveen. Cornelis wordt vermeld op woensdag 22 februari 1764 te Nieuwveen als echtgenoot. Cornelis is voogd op woensdag 22 februari 1764 te Nieuwveen. Cornelis wordt vermeld op donderdag 5 september 1793 te Nieuwveen als overleden echtgenoot. Cornelis wordt vermeld op vrijdag 11 mei 1804 te Nieuwveen als echtgenoot. Cornelis wordt vermeld op zaterdag 7 juli 1804 te Nieuwveen als overleden echtgenoot. Cornelis werd ongeveer 89 jaar. Cornelis was gehuwd met Johanna Hendriks Bouman (Jannetje).
Dit bovenstaande verhaal speelt zich af in Nieuwveen en er lijkt geen verband met Cornelis Verhoef(t) uit Voorschoten.
De achternaam Verhoeft is niet erg verbreidt.
Wat nu nog te doen: Het lijkt waarschijnlijk dat Maria Janse (Marijtje) Roosenburgh in Voorschoten overleden is. Dit opzoeken. Ook over het overlijden van Cornelis is nog niets bekend.
Paulus Verhoef , was samen met 4 andere zoons en 3 dochters, kind van Wilhelmus Verhoef (1833-1917) en Cornelia Wilhelmina Bos (1835-1916). Dit gezin woonde mogelijk op de van Hogendorpstraat 68 te Den Haag. Bijzonder is dat al de woningen in deze straat — gerenoveerd — nog bestaan en Rijksmonument zijn. Zie: ( https://nl.wikipedia.org/wiki/ Lijst_van_rijksmonumenten_in_Den_Haag/ Van_Hogendorpstraat ).
Toen in 1904—op een ansichtkaart
Nu—foto Rijksmonumenten Dienst
Blijkbaar is deze foto van 1893. Paulus (Paul) is hier 24, en Frederik George (Frits) - mijn opa—is hier 18 jaar oud. Mijn opa studeerde toen aan de Academie voor Bouwkunst—alswaar hij een bovengemiddeld goede student was. Dit gezien de prijzen die hij voor verschillende vakken in de wacht sleepte.
Mijn huidige kontakten en hun direkte voorouderlijn met Wilhelmus Verhoef en Cornelia Bos (1833) W. Verhoef (Wilhelmus)
(1835) C.W. Bos (Cornelia)
(1867) J.F.J. van Lankeren
(1866) P.A. Verhoef (Petronella)
(1869) Paulus Verhoef
(1873) J.S. Amorison
(1875) F.G. Verhoef Sr.
(1880) H.H. Mol
(1892) J.P. van Gulik
(1893) C.W.M. van Lankeren (Cornelia)
(1910) G.H. Verhoef
(xxxx) M.E. Ogterop
(1910) F.G. Verhoef Jr.
(1914) M.A. van Veen
(1924) M.J. Meuwis
(1928) P.F. van Gulik (Petronella)
(1947) A.T.J. Stoel
(1948) M.E. Verhoef (Mieke)
(1951) S. Verhoef (Steven)
(xxxx) J.P. Mokkenstorm
(1956) C.P.P. Meuwis (Carlita)
P.M.J.P. Mokkenstorm (Paul)
Van Carlita heb ik de volgende informatie gekregen: Op begraafplaats Oud Eijkenduinen is een grafkelder verhoef waar 7 personen liggen, te weten Paulus verhoef en zijn vrouw, zijn zoons Albert en Paul verhoef en hun echtgenoten, de laatste 4 asbussen en nog een Amorison. Verder zijn er nog 2 graven met W.Verhoef, daar krijg ik nog info over, Ik weet niet hoe oud deze graven zijn en of dit mogelijk de voorvader Wilhelmus verhoef is. Verder Paul Verhoef gesproken, die vertelde dat op het eind Paulus Verhoef niet zo netjes is behandeld en dat het aan prins Bernhard te danken is geweest dat er nog zoiets als een soort pensioen is geweest. Hij mocht dan leuk geschilderd hebben met Wilhelmina maar naar haar personeel was ze dus toch ook niet zo leuk. Paulus kon trouwens niet onverdienstelijk schilderen, niet altijd vrolijke onderwerpen, zoals een dood musje. Ik had nog een goed schilderij van hem en dat heb ik gegeven aan de zoon van Paul verhoef, ook een Paul, wel terecht zoals je zelf aangeeft in de rechtstreekse lijn, want ook dat begrijp ik. Nog even iets anders ik zal een foto van mijn zoon doorsturen als ik heb gevonden, niet dat je er iets mee moet doen maar alleen maar om aan te tonen hoe sterk de verhoefgenen zijn, die na zoveel generaties weer opkomen, want de gelijkenis is frappant met Paulus verhoef. Over deze zeer sterke persoonlijkheid, wat meerdere Verhoeven hebben, wil ik alleen zeggen hij is mijn "opa" geweest waar ik elke dag aan zijn voeten zat te spelen, vandaar ook mijn belangstelling voor hem en hij mij, volgens mijn moeder verhalen vertelde over baronessen, gravinnen en noem maar op, terwijl hij zwijgplicht had over het hof,maar op zijn leeftijd niet meer aan deed en een stukje dementie.
Navraag bij het Koninklijk Archief leverde voor Paulus de volgde vermelding op in de “stamboeken”.
Geachte heer Verhoef, Ik heb voor u onderzoek gedaan in onze archieven. Helaas kon ik geen verwijzing vinden naar Wilhelmus Verhoef, maar Paulus Verhoef is wel geregistreerd. In de ‘stamboeken van het personeel van het departement hofmaarschalk’ staat een uitgebreide beschrijving van de loopbaan van Paulus Verhoef. Hij kwam in dienst als kamerdienaar en werd later benoemd tot hoffourier. Na 43 jaar dienst ging hij met pensioen. In ditzelfde stamboek trof ik ook een inschrijving aan van Isaac Theodorus Verhoef, een broer van Paulus. Hij was aangesteld als lakei en werd later benoemd tot 1e lakei. De beide inschrijvingen in het stamboek heb ik voor u gefotografeerd, en de afbeeldingen zijn in de bijlage toegevoegd. Als u inzoomt is de tekst redelijk tot goed leesbaar. Excuus voor de lage kwaliteit, indien u dat wenst kunt u betere opnames bestellen tegen betaling. Ik wil u graag complimenteren met uw zeer goed gedocumenteerde stamboom en ik wens u veel succes met uw familieonderzoek. Met vriendelijke groet, Krista van Loon C.J.M. van Loon Archivist Koninklijk Huisarchief Paleis Noordeinde Postbus 30412
Inschrijving in de “stamboeken
van het personeel van het departement hofmaarschalk” van Paulus Verhoef
Doorlopend volgnummer
100
Namen en voornamen
Verhoef, Paulus
Kwaliteit
Hoffourier Waarnemend hoffourier Kamerdienaar van H.M. de Koningin (tijdelijk) Kamerdienaar ter beschikking 1 ste Nestellakei Lakei
Sedert wanneer in ‘s Koningsdienst
1 Mei 1897
Geboren / Waar
‘s Gravenhage
Geboren / Wanneer
6 November 1869
Godsdienst
Roomsch Catholiek
Te voren gediend / Waar en in welke betrekking
Als huisknecht gedurende 5 1/2 jaar bij Baron van Wasfenaer van Rosande, Kamerheer i.b.d. van H. M. de Koningin, volgens diens getuigschrift van November 1896. (i.b.d. in buitengewone dienst) Als huisknecht gedurende 4 maanden bij den Heer Hr. L. H. Rugsfenaers, volgens diens getuigschrift van 25 Maart 1897.
Te voren gediend / Op welke wijze afgedaan
Gehuwd. Den 1 Mei 1897 ten proeve in dienst gesteld als lakei Aangesteld den 1 October 1899 Bevorderd tot Nestellakei den 1 Juli 1904 (nestellakei = koetsier ) Gedetacheerd bij H. M. de |Koningin den 1 Juli 1909 Aangesteld tot Kamerdienaar ter beschikking den 1 Januari 1913 Tijdelijk aangesteld tot Kamerdienaar van H. M. de Koningin den 1 Maart 1927 Met ingang van 1 November 1927 aangewegen tot waarnemend Hoffourier en als zodanig sinds dien datum dienstdoende. Den 1 April 1928 bevorderd tot Hoffourier.
Versierd met 01 Den 31 Augustus 1898 ene draagmedaille verleend ter herinnering aan de meerderjarigheid van H. M. de Koningin en aan het welke Orden Regentschap van H. M. de Koningin Moeder. of Eretekenen 02 De medaille van de Kroonorde van Pruisen ontvangen van ????? door Keizer van Deutschland, Koning van Pruisen. 03 Den 3 Mei 1901 een draagmedaille verleend ter herinnering aan het huwelijk van H.M. de Koningin met Z.K.H. den Prins des Vaderlanden Hertog van Mecklenburg. 04 Bij Koninklijk Besluit van 14 September 1904 No. 35, verlof ontvangen tot het aannemen van de zilveren Medaille, ingesteld door den Groothertog Friedrich Frans III hem door J.K.H. den Groot, Hertog van Mecklereburg geschonken. 05 Bij Koninklijk Besluit van 16 Januari 1907 No. 26, verlof ontvangen tot het aannemen van het Algemeend Eereteken in zilver hem door Z.K.H. Groothertog van Sreksen Weimar Eese nach geschonken. 06 Bij Koninklijk Besluit van 14 December 1907 verlof ontvangen tot het aannemen van de zilveren medaille der Koninklijke Orde van Jekzel la Gatholiea, hem doorzalb den Koning van Spanje geschonken. Aanmerkingen
Per 1 Aug. 1940 gepensionneerd. 07 Bij Koninklijk Besluit van 29 Augustus 1908 No. 71, verlof ontvangen tot het aannemen van de zilveren medaille van de Orde van den Rooden Adelaar, hem door Zijne Majesteit den Deutschen Keizer, Koning van Pruisen, geschonken . 08 Bij Koninklijk Besluit van 6 Maart 1911 No. 71, berlof ontvangen tot het aannemen van het Eereteeken 2e klasse, hem door Z.H. Hertog Johan Albrecht van Mecklenburg, Regent van Brunswijk geschonken 09 Bij Koninklijk Besluit van 10 Mei 1913 No. 31 verlof ontvangen tot het aannemen vande Eere medaille in zilver, hem door den President der Fransche Republiek geschonken. 10 Den 1 Mei 1922 de Eere medaille in goud der Huisorde van Oranje. 11 Den 7 Febr. 1926 verleend eene zilveren herinneringsmedaille bij gelegenheid v/h 25 jarig Huwelijksfeest van H.M. de Koningin en Z.K.H. den Prins der Nederlanden, 12 De 2 Juni 1930 verleend door H.K.H. de Groothertogin van Lenemuburg het zilveren Kruis van Verdienste verbonden aan de Milit. en Civiele Orde van Verdienste van Adolf van Nassau. 13 Den 7 Januari 1937 verleendd een draagmedaille ter herinnerinf aan het Huwelijk van H.K.H. Prinses Juliana en Z.K.H. Prins Bernard der Nederlanden. 14 Den 1 Mei 1937 verleend het Zilveren Kruis verbonden aan de Huisorde van Oranje 15 Den 21 November ‘38 verleend de gouden medaille den Koninklijke Belgische Huisorde.
Overzicht van de aan hem uitgereikte versierselen wanneer
01
versiersel
gelegenheid
door
ter herinnering aan de Inhuldigingsmedaille meerderjarigheid van H. 31 Augustus 1898 Koningin Wilhelmina (400 M. de Koningin en aan draagmedailles in brons) het Regentschap van H. M. de Koningin Moeder.
ontvangen van ????? door Keizer van Deutschland, Koning van Pruisen.
02
De medaille van de Kroonorde van Pruisen
03
3 Mei 1901
Huwelijksmedaille Koningin Wilhelmina en Prins Hendrik (217 zilveren en 220 bronzen medailles)
ter herinnering aan het huwelijk van H.M. de Koningin met Z.K.H. den Prins des Vaderlanden Hertog van Mecklenburg.
04
14 September 1904
zilveren Medaille, ingesteld door den Groothertog Friedrich Frans III
Bij Koninklijk Besluit No. 35
16 Januari 1907
Verlof ontvangen tot het aannemen van het Algemeend Eereteken in zilver hem door Z.K.H. Groothertog van Saksen Weimar Eese nach geschonken.
Bij Koninklijk Besluit No. 26
06
14 December 1907
Verlof ontvangen tot het aannemen van de zilveren medaille der Koninklijke Orde van Jekzel la Gatholiea.
Bij Koninklijk Besluit
07
De zilveren medaille van 29 Augustus 1908 de Orde van den Rooden Adelaar.
Zijne Majesteit den Deutschen Keizer, Koning van Pruisen.
6 Maart 1911
hem door Z.H. Hertog Johan Albrecht van Mecklenburg, Regent van Brunswijk geschonken
05
08
afbeelding
Eereteeken 2e klasse
Bij Koninklijk Besluit No. 71
J.K.H. den Groot, Hertog van Mecklenburg
hem doorzalb den Koning van Spanje geschonken
Dit ereteken is een bronzen medaille met op de voorzijde een gekroonde "W" binnen een krans van eikenbladeren.
Overzicht van de aan hem uitgereikte versierselen wanneer
versiersel
Bij Koninklijk 09 Besluit van 10 Mei 1913 No. 31
Eere medaille in zilver
10 1 Mei 1922
Eere medaille in goud der Huisorde van Oranje.
7 Febr. 1926 11
1926 - Zilveren huwelijksjubileum Koningin Wilhelmina en Prins Hendrik (800 medailles)
12 2 Juni 1930
het zilveren Kruis van Verdienste verbonden aan de Milit. en Civiele Orde van Verdienste van Adolf van Nassau.
gelegenheid
hem door den President der Fransche Republiek geschonken.
bij gelegenheid v/h 25 jarig Huwelijksfeest van H.M. de Koningin en Z.K.H. den Prins der Nederlanden,
H.K.H. de Groothertogin van Luxemburg
Leidse Courant 5 juni 1930
13 7 Januari 1937
draagmedaille ter herinnering aan het Huwelijk van H.K.H. Prinses Juliana en Z.K.H. Prins Bernard der Nederlanden.
14 1 Mei 1937
het Zilveren Kruis verbonden aan de Huisorde van Oranje
15 21 November ‘38
de gouden medaille den Koninklijke Belgische Huisorde.
door
afbeelding
Wat is/doet een hoffourier? Deze beschrijving lijkt me het meest waarschijnlijk (van: G.W.Ch. Lemmens ). Der Hoffourier ist ein Untergeordneter des Hofmarschalls, dessen Befehle er auszuführen hat. Er sorgt für die Versorgung der bei Hofe ankommende Gäste, sagt die Galla und die Hoftrauer an, ladet zu den Hoffesten ein und sieht auf Ordnung unter den Hof- und Livrebedienten beim Aufwarten u. s. w.
1913
1913-1939 bevolkingsregister Den Haag
Zijn zoon Willem (/Wilhelmus) Paulus (1889-1962) emigreerde in 1923 naar Illinois-USA waar hij in 1929 naturaliseerde. Zijn vader Paulus kwam hem samen met zijn vrouw in oktober 1946 - hij was toen 77 jaar - opzoeken.